Het wietbeleid is eindelijk in beweging


 

Opinie: Het experiment met gereguleerde wietteelt is een moedige stap van het nieuwe kabinet, vindt Gerard Spong.

Gerard SpongTrouw 26 oktober 2017

 

Een zucht van verlichting ging door de Tweede Kamer toen begin 2017 de door D66 ingediende 'wietwet' werd aangenomen. Eindelijk kregen consumenten, gemeenten en coffeeshopondernemers waar ze recht op hebben: een veilige, gesloten coffeeshopketen waarbij van kweek tot consument een betrouwbaar product wordt aangeboden.

Geen schimmig gedoe meer aan de achterdeur van de coffeeshop, waar het gedoogde gedeelte van de wietverkoop aan de voordeur nu nog ophoudt.

Al snel werd duidelijk dat de weerstand in de Eerste Kamer tegen een veilige en verantwoorde achterdeur-regeling groot was. Had indienster Vera Bergkamp haar initiatiefwet ongewijzigd in stemming gebracht, dan was die vrijwel zeker gesneuveld. Het moet dan ook een knap staaltje onderhandelen genoemd worden dat D66 de twee grootste tegenstanders van een verantwoord coffeeshopbeleid heeft weten te overtuigen een belangrijke, unieke stap in de goede richting te zetten: het experiment met gereguleerde wietteelt. Het regeerakkoord is in die zin historisch.

Het nieuwe kabinet belooft de komende jaren tien gemeenten toe te staan onder strenge voorwaarden wiet te telen ten behoeve van gedoogde coffeeshops. Daarmee wordt een weg gebaand voor landelijke regulering, zoals in de wietwet is voorzien. Het is een overwinning van de rede in de cannabisdiscussie, die vaak met oneigenlijke argumenten gevoerd wordt.

Het is ook een erkenning van vele rechterlijke uitspraken over de bevoorrading aan de achterdeur die niet wordt gedoogd en wél wordt vervolgd. De rechterlijke macht heeft met die tweeslachtigheid afgerekend: de inkoop en aanvoer is onlosmakelijk verbonden met de exploitatie van een coffeeshop. Coffeeshopondernemers worden sinds 2012 daarvoor niet langer bestraft. Dat mag een ommezwaai heten; in de jaren ervoor deelden rechters nog lange straffen uit. De maatschappelijke realiteit heeft de rechter ertoe gebracht om inmiddels stelselmatig te oordelen dat weliswaar strafbaar is gehandeld, maar dat de bevoorrading niet strafwaardig is. Zo'n 'rechterlijk pardon' biedt in individuele zaken een oplossing maar toont feilloos de lacune in het gedoogbeleid. Meermalen hebben rechters in hun vonnissen gezegd dat de wetgever daarom aan zet is dat goed te regelen.

Natuurlijk gaat het nog niet ver genoeg. Niet slechts een paar, maar alle 573 coffeeshops moeten van de noodzakelijke aanvoer worden voorzien. Van dit experiment kan ook niet worden verlangd dat het zaligmakend is, maar het is een belangrijke eerste aanzet. Het nieuwe kabinet ontneemt de tegenstanders hun stevigste argumenten door te laten zien dat het anders kan en anders moet. Ik hoop dan ook dat na dit experiment de weerstand tegen een goed georganiseerde achterdeur van de coffeeshop tot een achterhoedegevecht zal verworden.

Het experiment behelst geen promotie van cannabisgebruik, goede voorlichting blijft centraal staan. Het is vooral een stevig signaal vóór volksgezondheid en vóór de openbare orde. Eindelijk wordt het mogelijk cannabisproductie te controleren, zodat de kwaliteit kan worden gewaarborgd. De criminaliteit wordt de wind uit de zeilen genomen en bovendien scheelt het de overheid miljoenen aan verspilde financiële middelen voor ineffectieve vervolging van coffeeshop-houders.

De eerste reacties zijn ronduit positief. Coffeeshopondernemers en betrouwbare telers staan in de rij en een veelheid enthousiaste gemeenten heeft zich al gemeld. Het maakt duidelijk hoe groot de wens is het vastgelopen gedoogbeleid vlot te trekken. Het toont ook de onontkoombaarheid van de ontwikkeling op dit punt. Het nieuwe kabinet toont zich door het zetten van deze eerste stap ronduit moedig.

 

link naar artikel

 

Laatste publicaties
Laatste publicaties